Geen reacties

Dan gaan we toch ergens anders liggen?

De romantiek van wonen op het water wordt weleens overgewaardeerd. Veel walbewoners denken dat je je woonark gewoon kunt verplaatsen naar een andere locatie zodra je uitgekeken bent op je woonplek. 

Wat zou het mooi zijn als wonen op het water ook flexibel zou zijn. Ooit was dat zo; na de 2e Wereldoorlog, tijdens de woningnood. Mensen verbouwden een oude schuit en gooiden de trossen van de sleepboot los bij een op het oog mooie ligplaats. Dit was nog eens zelfstandig wonen; ‘off-grid’ zouden we het nu noemen. Voorzieningen waren er niet. Geen water, geen elektra, geen telefoon en ook geen tuin. Voor het gebruik van de oever kwam je een regeling overeen met de eigenaar van de grond. Meestal betaalde je een kleine jaarlijkse vergoeding aan de lokale boer voor het ‘recht van overpad’. In een ander geval stortte je een (huur)bijdrage aan de gemeente of hoogheemraadschap en in een enkel geval kon je een perceel grond kopen. Zodra je er langere tijd was aangemeerd werd je gedoogd en daarna viel je soms onder de ‘woonwagenwet’, met regels voor het houden van maximum aantallen paarden, ezels, geiten en kippen.

We zijn inmiddels een fors aantal decennia verder. Van een vrijbuitersbestaan zijn we als waterbewoners terechtgekomen in een strak keurslijf van regels, vergunningen en ontheffingen. Vrijwel alle scharken, woonarken, woonboten en watervilla’s hebben nu een officiële ligplaats binnen een bestemmingsplan. Naast alle rechten en voorzieningen hielden de verplichtingen gelijke tred; ze zijn gekomen op het gebied van ‘welstand’: afmetingen, materiaalkeuze, nutsvoorzieningen, lozingsbesluiten enzovoort. Van ‘gedoogplaatsen’ is geen sprake meer; er wordt intensief gecontroleerd en gestraft en voor ligplaatsvergunningen worden hoge sommen betaald. Er komen vrijwel geen nieuwe ligplaatsen meer bij, met uitzondering van sterk beperkte plekken in nieuwbouwwijken en jachthavens. Voor de ‘vrije woner’ is geen plaats meer in ons gereguleerde land.

De varende schepen kunnen nog weleens kíezen voor het ruime sop. Als varend woonschip kun je immers nog naar behoefte de trossen losgooien, alle walvoorzieningen loskoppelen en als zelfstandige woonunit functioneren, dankzij water- en dieseltanks en generatoren. In de praktijk liggen varende schepen vaak ingesloten tussen vaste bruggen en andere obstakels. Voor een stukje varen komt het dan aan op een stevige planning. Woonschepen met stalen casco’s zijn gedwongen om met enige regelmatig hun onderwaterschip op de werf te laten inspecteren en zo nodig te herstellen. Vele schepen varen nog op eigen kracht, steeds meer kunnen uitsluitend met sleepboten de rivieren bedwingen. Het is er tijdens zo’n tocht niet meer bij om spontaan – bij het zien van een mooie boom in een bocht bijvoorbeeld – een ligplaats in te nemen, voor korte of langere periode.

Afscheid van een tijdperk.

Geen reacties

CREATIEF FINANCIEREN VOOR HET TE LAAT IS?!

Ooit, vóór de bankencrisis, borrelden de hypotheken de pan uit. Zelfs voor woonarken gingen veel banken tot ver boven de 100% financiering. Hoe anders is dat anno 2017. Sinds 1 juli van dit jaar heeft ook ‘de bank met een aandeel in elkaar’ de trossen nog wat strakker aangetrokken voor de waterbewoners. Het komt erop neer dat zij 10% eigen geld moeten meenemen. Daarna is er maximaal 90% financiering over de taxatiewaarde mogelijk, maar met een beperking in looptijd van 30 jaar voor de ark en slechts 20 jaar voor de ligplaats. Een hypotheek binnen een week, maar vraag niet wat voor een. Een ligplaats met afgekochte erfpacht, inclusief notariële opinie, kwam zelfs niet rond.

‘Onder druk wordt alles vloeibaar’ en dat gaat zeker op voor de creatieve oplossingen die we inmiddels zijn tegengekomen op het gebied van financiering van woonarken en ligplaatsen. Een paar voorbeelden:

  • Het is natuurlijk prettig als je ouders goed in de slappe was zitten en pappie wel een paar ton kan en wil voorschieten.
  • Ook kwamen we een opmerkelijke – en succesvolle – crowdfunding tegen. Ook met deze moderne manier van bedelen kun je dus een woonark verwerven.
  • Het meest verrast waren we door de man die ging emigreren. De koper van zijn watervilla kreeg de hypotheek niet rond, waarna de verkoper besloot zijn voormalige woonstek dan maar zelf te financieren: “Ik ken het onderpand en deze rente krijg ik nergens.”

Toch maken we ons zorgen over de ontwikkeling en de gevolgen van het monopolistische gedrag van de alom bekende coöperatieve bank. We zagen alweer een jonge knul die geen eigen geld had en voor de ontbrekende 10% een persoonlijke lening heeft afgesloten… Het wordt hoog tijd dat er meer concurrentie komt op de hypotheekmarkt. Ben of ken je zo’n partij? Laat het dan alvast even weten per mail aan [email protected].

Dan krijgen we in ieder geval weer schot in die transacties waarvan de afhandeling stilligt door het voorbehoud van de financiering!

Geen reacties

Voor een rieten dak mag het nu gaan vriezen dat het kraakt!

rietendak

Het is nog nét augustus als ik dit schrijf. Vandaag is het zonnig, gisteren was het herfst en eergisteren nog tropisch. We leven maar met de dag. Als echte waterbewoner en -sporter betekende dat vandaag ook een rondje roeien. Ik zie rietdekkers aan het werk en raakte aan de praat. Ze repareerden een rieten dak wat er – op het oog – nog prima uitzag. Helaas, er trekt een schimmel over Nederland. Het tast rieten daken aan. Vanaf de buitenkant kun je de schade als leek nauwelijks zien, maar zodra je erin gaat wroeten, kan het zomaar gebeuren dat er een gat van 2m2 in je dak zit. Wat een narigheid.

Strenge vorst neemt voor waterbewoners zo zijn eigen problemen mee, maar daarna is alles wel weer lekker door-en-door droog. En dat is goed voor het behoud van je rieten dak.

Nu zijn er niet veel woonarken of watervilla’s met rieten daken in ons land afgemeerd. Dus het probleem lijkt op het water niet nijpend. In de Gooi- en Vechtstreek of het oosten van het land komt het wel veel voor. De schimmel wordt door de lucht meegevoerd en houdt van vocht en een mild zonnetje (lekker broeien). Het lijkt of hoge stikstofniveaus het probleem verergeren, dus boeren zijn extra op hun hoede. ‘Ertegen spuiten’ kan nog niet, niet met chemische en al helemaal niet met ecologische middelen, dus wegsnijden is de enige optie. Wie meer wilt weten, kan informatie en adressen downloaden via de site van Monumentenzorg.

Het gesprek over de schimmelproblematiek bracht me er in ieder geval toe om mijn eigen milieuprobleempjes weer eens te overdenken. Immers, de eerste jerrycans schoonmaakazijn staan alweer klaar voor mijn ecologische aanval op mijn steigers en vlotten. Het lijkt namelijk alsof ook het bankirai steeds sneller wordt aangetast door schaduw en mos. Zou het daarvoor ook helpen dat het gaat vriezen ‘dat het kraakt’? Of leidt het alleen tot minder spinnen en vliegende ongemakken… Ach, het winterklaar maken van de tuin, sloep en terrassen kan best nog even wachten. Geniet nog maar van een mooie nazomer op en rond het water.

Overigens, tips om duurzamer te werken aan dat winterklaar maken blijven natuurlijk welkom op [email protected].

Geen reacties

CODE GEEL, WAT DOE JE DAN MET ONWEER EN BLIKSEM

Nietsvermoedend zit ik te werken als er een sms’je binnenkomt: “Zijn onweer en bliksem gevaarlijk(er) voor woonbootbewoners? Mijn eerste reactie is: niet gevaarlijker dan voor walbewoners. Maar klopt dat wel?

Er komt een beeld op uit het verleden. Mijn jeugdvriendjes zouden op zondag een wedstrijd zeilen met hun Schakel, op het Alkmaardermeer. Die nacht had het hevig geonweerd en de bliksem was in de mast geslagen, om er via de verstaging weer uit te komen. Bootje total loss, niet meezeilen… maar niemand gewond. Ik heb er gelukkig geen trauma aan overgehouden.

Lees verder

Geen reacties

Natuurtelevisie

waterwonen

Iedere woensdag zit ik in Amsterdam-Zuidoost aan het ontbijt, ergens tussen twee snelwegen in. Sinds kort kun je er – In alle vroegte – de ramen niet openzetten wegens lawaai, want het is er dan een gekwetter van belang, met een hoop gefladder en getik tegen de ruiten. Tot mijn grote verrassing blijkt het een groep scholeksters te zijn die hier de boel komt opschudden. Wat een kabaal. Wie verwacht dat in een betonnen kantooromgeving, op de eerste etage?

Lees verder